Hoornbeeck College
Locaties

Oud-studenten Aalt Jan en Eline blikken terug op hun Hoornbeecktijd: ‘Ik voelde me gezien’

Hoe tevreden zijn studenten over hun opleiding op het Hoornbeeck College? Wat hebben ze geleerd, en waar hebben ze jaren later nog steeds iets aan? Oud-studenten Hester (22) en Aalt-Jan (28) vertellen hoe zij hun tijd op het Hoornbeeck hebben beleefd.


Dit interview is onderdeel van een alumni-onderzoek. Onder oud-studenten die in 2018 en 2019 zijn afgestudeerd wordt het onderzoek ‘het échte studiesucces’ afgenomen. In dit onderzoek wordt je als oud-student gevraagd naar je mening over de opleiding die je gevolgd hebt. Met de input die je als student levert kunnen wij de kwaliteit van het onderwijs op het Hoornbeeck College verbeteren.


In dit interview blikken twee oud-studenten terug op hun Hoornbeecktijd, Aalt-Jan en Hester.

Naam: Aalt-Jan Vernooij
Leeftijd: 28 jaar
Opleidingen: Verkoopspecialist 3 (2009-2011, Amersfoort) en Manager Retail 4 (2018-2019, Rotterdam)
Huidig werk: Filiaalmanager bij een tuinmeubelwinkel, daarnaast volgt hij een Ad-opleiding Ondernemen aan de CHE

Naam: Hester van Leersum-Brand
Leeftijd: 22 jaar
Opleidingen: Sociaal Agogisch Werk 4 (2015-2018, Gouda) en sprintopleiding Directiesecretaresse/Management Assistent (2018-2019, Gouda)
Huidig werk: Welzijnsassistent in de ouderenzorg

Goed geregeld

Beide oud-studenten kijken tevreden terug op hun mbo-opleiding, inhoudelijk gezien. “In de opleiding Verkoopspecialist werd de sfeer soms iets te lollig, omdat veel klasgenoten er makkelijk doorheen rolden”, vertelt Aalt-Jan. “Vooral bij Manager Retail heb ik veel geleerd. Ik kreeg een goede basis mee in marketingstrategieën, boekhouden en het omgaan met klanten. Ik merk nu op de CHE dat ik een voorsprong heb op klasgenoten die van de havo of het vwo komen.”

Ook Hester vond haar opleidingen goed in elkaar zitten. “Ik vond SAW heel interessant, omdat er veel doelgroepen werden behandeld en er veel werd ‘ingezoomd’. De stages waren goed geregeld, qua opdrachten en begeleiding.” Na SAW koos Hester om nog een sprintopleiding te doen in een andere richting, omdat ze er nog niet helemaal klaar voor was om te werken en breed opgeleid wilde zijn. “Ik had me er van tevoren misschien niet goed genoeg in verdiept, maar ook Directiesecretaresse/Management Assistent was prima. Al was het niet honderd procent mijn interesse, het is goed om nieuwe dingen te leren.”

Persoonlijke aandacht

Vooral op haar stagetijd kijkt Hester positief terug. “Je wordt in het diepe gegooid. Van tevoren kon ik er best tegen opzien om in de praktijk te gaan werken, maar je groeit er enorm van. Ook omdat je goed begeleid wordt. Het heeft me als persoon vooruitgeholpen; ik durfde veel meer en werd zelfstandiger.”

‘Op het Hoornbeeck College voel je je gezien’

Aalt-Jan: “Als een vak je niet zo lag, dan gingen de docenten daar creatief mee om. Voor Engels moest ik een gesprek voeren met de docent over een bedrijf dat ik had onderzocht. Hij zag dat ik moeite had met al die moeilijke woorden. Ik mocht de presentatie kort houden; daarna praatten we door over mijn reis naar Israël. Dat ging wél goed. Hij zorgde dat je in je comfortzone zat en tegelijk goed presteerde.” Ook Hester vindt die persoonlijke aandacht een groot pluspunt. “In het eerste leerjaar bij SAW had ik best een pittige stage. In de klas bespraken we een casus die ik moest voorleggen. De klas en de docent dachten mee en hielpen me met hoe ik bijvoorbeeld terug kon antwoorden. De docent vroeg me later nog hoe het ervoor stond. Er werd echt naar je gekeken, niet als groep. Je voelt je gezien.”

Handvatten

Het Hoornbeeck College is een reformatorisch mbo en besteedt dan ook veel aandacht aan christelijke identiteitsvorming – onder andere in de vorm van godsdienstlessen. In Rotterdam maakte de godsdienstdocent indruk op Aalt-Jan. “In zijn les gingen we het gesprek aan. Er waren wel kaders waarbinnen je moest blijven, maar kritische vragen over bijvoorbeeld schepping en evolutie werden niet direct afgebroken. Hij vroeg dan: ‘Waarom denk je dat, wat vind je sterke bewijzen?’ Het grondbeginsel en de Bijbel blijven hetzelfde, maar er is altijd ruimte voor gesprek. Ik merk dat er steeds meer openheid komt bij docenten en leerlingen, dat is iets goeds.”

Die ervaring heeft Aalt-Jan gevormd. “Dat neem je wel mee. Ik merk dat nu in gesprekken met vrienden die het geloof minder belangrijk vinden. Je moet niet beginnen met je eigen verhaal, maar de tijd nemen om rustig naar iemand te luisteren. Wat zit erachter?”

‘Je krijgt handvatten mee voor het dagelijks leven’

Ook Hester kijkt positief terug op de godsdienstlessen. “Er zitten leerlingen met verschillende achtergronden op school, uiteraard komt er dan weleens discussie. De godsdienstdocenten lieten iedereen in z’n waarde, je kon merken dat ze het beste voorhadden met de leerlingen.” Ook zij heeft nog regelmatig iets aan de lessen. “Collega’s vroegen weleens naar iets over het geloof. Dan bedacht ik: oh ja, dat heb ik weleens besproken. Je krijgt bepaalde handvatten mee voor het dagelijks leven.”

En die identiteitsvorming stopt niet bij godsdienst, ook in andere vakken komt die naar voren. Positief, vindt Aalt-Jan. “Bij economie bijvoorbeeld: hoe je fair omgaat met anderen in plaats van ze een poot uit te draaien. Het is goed om elkaar scherp te houden.” Hester: “Bij een SAW-vak ging het over euthanasie. Het is dan interessant om het met elkaar uit te pluizen en te kijken hoe de Bijbel erover denkt.”

Open gesprekken

Aalt-Jan: “De meeste docenten staan open voor gesprek. Als je een vraag hebt over je geloofsleven, niet matcht met de kerk of problemen hebt op de werkvloer, dan was het niet ‘daar heb je de dominee voor’. Mooi om te zien dat leerlingen en docenten zo persoonlijk in gesprek kunnen gaan.”

‘Als je een vraag hebt over je geloofsleven, zeggen docenten niet ‘daar heb je de dominee voor’

Hester denkt vooral terug aan de gezelligheid in de lessen. “Ik heb veel gelachen op school, ik had het erg naar m’n zin. Als ik aan mijn laatste schooljaar denk, dan komt meneer Van Wijnmalen boven. Meneer Van Wijnmalen, als u dit leest, weet dan dat u veel heeft bijgedragen aan een positieve sfeer – en een hoop gelach!”

Eén met elkaar

Hester: “Een meerwaarde aan het Hoornbeeck vind ik dat je begint en eindigt met de Bijbel. Op mijn stage bij een niet-christelijke instelling voelde ik me de uitzondering, en dan vond ik het echt prettig om naar school te komen. Je voelt je veilig en vertrouwd. Je bent één met elkaar, omdat iedereen in dezelfde hoek zit.” Aalt-Jan vindt het juist leuk dat ondanks dat ‘vertrouwde’, iedereen wel verschillend is. “In achtergrond zoals kerk en opvoeding, maar ook in waar ze vandaan komen. Je hebt stadsere mensen, die vaak iets vrijer zijn, en mensen van de Biblebelt. Dat ging prima samen. Het is leuk om te leren van elkaar.”