“Ik ben geboren in Angola”, start Milalu zijn levensverhaal. In zijn vaderland woedt van 1975 tot 2002 een verwoestende burgeroorlog. “Daarom ben ik gevlucht naar Congo. Daar deed ik de middelbare school en ben ik opgeleid tot hbo-niveau. Ik keerde terug naar Angola, maar het werd daar niet rustig. Ik behoorde bij de UNITA-oppositie en ben in 2000 gevlucht naar Nederland.” Angola is rond de millenniumwisseling volgens de Verenigde Naties ‘de slechtste plek ter wereld om kind te zijn’. Na bijna drie decennia burgeroorlog zijn een miljoen jonge mensen dakloos. Bombardementen, landmijnen en ziektes bedreigen hun leven.
Grapjes
In Nederland ontmoet Milalu de vrouw van zijn leven en hij trouwt met haar in 2011. “Ik deed productiewerk in de aardappelindustrie, sorteerde post bij PostNL en werkte in een magazijn in Emmeloord”, somt hij een aantal van zijn baantjes op. “Maar het was telkens tijdelijk. In 2016 heb ik gesolliciteerd bij het Hoornbeeck College en werd ik aangenomen.” Zijn entree deed kortstondig stof opwaaien. “Ik werd door collega’s goed ontvangen, maar een aantal studenten had meer moeite met een donkere man. De locatiemanager stuurde een goedbedoelde brief naar studenten en die kwam bij GeenStijl terecht. Zij maakten er veel ophef over. De relatie met de studenten verbeterde daarna en is nu helemaal goed. We groeten elkaar en maken grapjes.”
Perspectief verbreden
Milalu is verantwoordelijk voor de eerste verdieping van het gebouw en houdt daar alles netjes, met veel plezier. Hij droomt echter ook van meer niveau in zijn werk. “Ik wil me graag verder ontwikkelen. In Angola heb ik biochemie gedaan en was ik chemisch laborant. Nu volg ik de opleiding Cambridge Engels en wil ik graag docent of tolk Engels worden. Mijn niveau verhogen en perspectief verbreden, dat is mijn droom.” Terug naar Angola? Milalu mist zijn land zeker en wil graag een keer terug. Maar niet voorgoed. “Ik heb vijf kinderen en heb daar niets meer.”
Geloofsbelijdenis
Ook kerkelijk is de Hoornbeeck-medewerker inmiddels in Nederland geworteld. Hij en zijn gezin zijn aangesloten bij de Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland te Kampen. “Ik kom uit een baptistenkerk en die is heel anders dan de reformatorische kerken. Ja, dat was een grote stap, maar ik ben blij dat ik hem gezet heb. De manier van zingen is hier eerbiediger en door preken uit de geloofsbelijdenis heb ik veel geleerd.”