In 1985 begint Wilma Bos als secretaresse op de Triglandschool. Het jaar erna stapt docent Engels Piet Trouwborst over van de (toen nog zo genoemde) Van Lodensteinscholengemeenschap. Piet: “Toen ik voor mijn sollicitatie het noodgebouw Boswijk inliep, zag ik in een kamertje Wilma tikken. Ik dacht ‘leuk meisje’.” Wilma: “Het was echt pionieren in die jaren, het was een kleine school, je wist veel van de leerlingen. Personeel ging als een familie met elkaar om. Je ging bij elkaar op bezoek, bij een huwelijk zongen we als medewerkers op de bruiloft een lied.”
Niet verliefd
‘Als je in de buurt bent, kun je wel langskomen,’ aldus Wilma kort voor de zomervakantie tegen Piet. Ze gaat met een vriendin een drieweekse taalcursus doen in de Zuid-Engelse kustplaats Torquay. Piet is anglofiel, ook als het om reizen gaat, en toert jaarlijks door Engeland. De uitnodiging laat hij zich geen twee keer zeggen, hij neemt Torquay op in zijn route. Wilma: “Ik vond Piet leuk, maar was niet verliefd. Toen hij kwam, hebben we gewandeld en wat gegeten.” Piet: “De volgende dag was Wilma ’s middags
vrij en zijn we samen naar Polperro gereden.”
Idyllisch
Polperro, Zuid-Cornwall, met zijn pittoreske vissershaventje in een wonderschone baai. Machtige krijtrotsen rijzen aan weerzijden van het dorp omhoog. Wie er loopt, heeft een oneindig uitzicht op de Keltische Zee en Atlantische Oceaan. Veel idyllischer kan een omgeving niet zijn en precies daar trekken Piet en Wilma de wandelschoenen aan voor een ‘walk’ over de kliffen. Wilma: “Piet stelde meteen persoonlijke vragen, het gesprek ging direct de diepte in.” Ergens in het gesprek laat de dan 25-jarige Wilma zich ontvallen voorlopig niet te hoeven trouwen.
Heidense plekken
Toch is die middag in Polperro een vonk overgesprongen en de twee krijgen een relatie. Die weten ze maandenlang geheim te houden. Ze zijn collega’s, dus er is een afbreukrisico. Perfectionisten als ze zijn, mogen er geen fouten gemaakt worden. Wilma: “Op school zaten studenten van Ternaart tot Terneuzen, van Amsterdam tot Rijssen. De kans om samen gezien te worden door een student of collega was dus groot. Daarom ontmoetten we elkaar op de meest ‘heidense’ plekken van Nederland, in Schoorl bijvoorbeeld. We hebben vooral veel gepraat en het reuze gezellig gehad samen.”
Advertentie
Het paar houdt de relatie met succes geheim, slechts enkele intimi weten ervan. Dan treden ze naar buiten, in de docentenkamer van de Triglandschool. Piet: “We hebben koeken neergelegd zonder te vertellen van wie ze afkomstig waren. Vervolgens hebben we onthuld: de traktatie is van ons.” Een warm applaus klinkt op, maar dat geluid zwelt even later nog verder aan. “De docenten gingen naar hun klas en vertelden het daar. Vervolgens stormden studenten de klassen uit om ons te feliciteren.” Wilma: “De volgende dag hebben
studenten een advertentie in het RD geplaatst, ‘Trouwborst & Wilma Gefeliciteerd’ stond erin.” Het rondzingende verhaal dat hun relatie via de intercom is bekendgemaakt? “Dat klopt niet.”
Docent
Piet en Wilma trouwen en natuurlijk zijn collega’s en studenten getuige van hun mooiste dag. Het huwelijk wordt gezegend met twee dochters en een zoon. Eén dochter treedt in vaders voetsporen en werkt als docent Engels op het Van Lodenstein College in Kesteren.
Op het Hoornbeeck College zelf heeft Piet nooit lesgegeven, hij verkast in 1996 naar het Gomarus in Gorinchem. Wilma stopt met werken, maar als haar jongste vier jaar wordt, gaat ze als docent secretariaatspraktijk voor de klas staan… op het Hoornbeeck!
“We zeggen wel eens, we zijn voor elkaar gemaakt. Met bijzonder schroefdraad dat niet op elk potje past.”
Augustus 1989: Femmy Talen uit Staphorst begint aan haar opleiding Agogisch Werk op het Saldenus College in Amersfoort. Een behoorlijke reis met de trein, maar ze volgt daarmee het spoor van haar zus, die er al eerder studeerde. Een half jaar later krijgt Femmy’s meidenklas er een nieuwe student bij: Marcel ten Brinke uit IJsselmuiden. Die wordt als enige jongen tussen de meiden soepel opgenomen in de groep. “Het voelde als een warm bad”, blikt Marcel terug, “en in een andere AW-klas zat ook één jongen, dus ik was niet helemaal alleen.”
Elkaar missen
Marcel krijgt dus al snel een plekje in de groep. Femmy: “We hadden een heel gezellige klas met veel verschillende karakters, maar het leuke was dat iedereen met iedereen omging. Verkering? Daar waren we helemaal niet op uit.” Marcel vertelt: “Ik ben een gezelligheidsmens, deed gewoon mijn ding en was vooral bezig met leuke dingen. Leerjaar twee bestond uit stagelopen, dus als klas zouden we elkaar weinig zien. Dit was het moment waarop Femmy en ik ons realiseerden dat we elkaar wel flink zouden missen. Zo ontstond er richting de zomervakantie toch iets meer dan alleen ‘gezellig vrienden zijn’. We spraken momenten van samenzijn af en het besluit om samen verder te gaan kwam vrij snel.”
Weekenden
Studie en werk bepalen in die tijd hun woonplaats. Zo zit Marcel een periode in Ederveen en in Zwolle en gaat hij na de mdgo-aw naar de pabo in Gouda. Femmy heeft een fijne plek op het schippersinternaat in Krimpen aan de IJssel gevonden en besluit daar ook te gaan werken. “Maar de weekenden waren we zoveel mogelijk bij elkaar, om en om in Staphorst en IJsselmuiden”, vertelt Femmy. Marcel: “Soms reed ik er op de fiets heen, 30 kilometer.”
Bijzonder schroefdraad
Juist als ze – na vijf jaar verkering – vinden dat het tijd wordt voor een volgende stap, komt het huisje van Femmy’s zus in Genemuiden vrij. Femmy: “Ik dacht meteen, dit is voor ons. We hadden zo’n zin in een eigen plek voor ons samen.” Zo gezegd, zo gedaan: het stel trouwt en strijkt neer in ‘Genemuud’n’. Ze krijgen drie dochters en zijn tegenwoordig allebei docent op het Hoornbeeck College in Kampen. Met recht een Hoornbeeckstel dus. Marcel: “We zeggen wel eens, we zijn voor elkaar gemaakt. Met bijzonder schroefdraad dat niet op elk potje past.” Wie het potje en wie het dekseltje is? Die vraag blijft onbeantwoord.