Hoornbeeck College
Locaties

Voorstelrondje

Linde Gerrets (17) woont in Nieuwerkerk aan den IJssel, is tweedejaars verpleegkundestudent en heeft een paar avonden geleden een cd opgenomen met haar koor. Jonas de Heer (18) komt uit Bergambacht, maar woont in Nijkerk en is eerstejaars student. Hij volgt de opleiding Persoonlijk Begeleider Specifieke Beroepen en is nieuwsgierig naar mensen en hun verhalen.

Robert-Jan Bruin (17) koos een economische studie en zit in het tweede jaar van de opleiding Bedrijfsadministratie. Hij woont en volleybalt in het dorpje Stolwijk, ruim 8 kilometer fietsen van het Hoornbeeck College. Hanna van Doornik (18) moet veel meer kilometers afleggen om school te bereiken. Zij woont in Nijkerkerveen.

Hoe kies je een opleiding?

Het is voor vmbo- en havo-scholieren best wel een dingetje: hoe kies je de juiste vervolgopleiding? We vroegen het de vier studenten, zij hebben immers ervaring. “Nou, ik wist het al van kleins af aan”, maakt Hanna het niet moeilijker dan het is. “Voor de klas staan lijkt mij leuk, kinderen klaarstomen voor de maatschappij, dat is mooi werk.” Omdat ze haar havo-examen net niet haalde, koos ze de sprintopleiding Onderwijsassistent. “Als een bruggetje naar de pabo.”

Robert-Jan ging bij het vinden van een opleiding aan de slag met het wegstreepprincipe: afstrepen wat niet bij je past. “Bouw, zorg en welzijn leken mij niets, dus bleef economie over. Ik heb twee open dagen bezocht, op het Hoornbeeck en op een andere school. Daar waren de muren van de toiletten helemaal ondergeklad…” De keuze viel dus op het Hoornbeeck. “Dat is ook lekker dichtbij. Ik vond de economische vakken ook altijd leuk op de middelbare school.”

In vmbo-3 koos Jonas voor de elektrorichting. “Ik was wel handig.” Hij liep stages in elektro en metaal, volgde een half jaartje de Infraopleiding aan een ander college om erachter te komen dat ‘dit het ook niet was’. Dan maar werken: hij ging aan de slag als metselaar, lijmer, timmerman en verkoper bij Shell. En dit allemaal in een tijdsbestek van een paar jaar. Heel veel gesprekken voerde hij over zijn toekomst en liefst zes beroepskeuzetests verder wist hij het nog niet. “Toen volgde ik een therapie bij psychologen, samen met 23 andere cursisten, en dacht: dit is het!”

'Het voelt alsof leraren vrienden zijn'

Het keuzetraject van Linde was weer een stuk eenvoudiger. “Ik kwam in het ziekenhuis en wilde oogarts worden”, vertelt ze. ‘Oogarts’ zette ze snel uit haar gedachten, maar de medische wereld niet. “Ik wil graag werken met hart, hoofd en handen. Dat wist ik op de basisschool eigenlijk al.” Ze dacht nog even aan het Hoornbeeck in Rotterdam, maar koos toch voor Gouda. “Het voelt alsof leraren vrienden zijn.”

Droom voor de toekomst

Jonas: “Mijn talenten benutten om anderen te helpen.”

Linde: “Verpleegkundige in het Prinses Maxima Centrum.”

Robert-Jan: “Eerst naar het hbo en later doen wat ik leuk vind.”

Hanna: “Als zelfstandig juf kinderen voorbereiden op hun toekomst en vertellen over God.”

Oké, en speelt geloof een rol?  

Hanna noemt God en dat is een mooie overgang naar het onderwerp ‘geloof’. Speelt dat een rol in het leven en zo ja, welke rol? Jonas geeft als eerste antwoord. “Geloof is interessant. Ik ben christelijk opgevoed, maar het is voor mij, door mijn thuissituatie, wel een zoektocht. Ik zie het als levensstijl.” Linde herkent dat wel, maar vindt geloof veel meer dan ‘interessant’. “Dat je weet dat Jezus ook voor jou is gestorven” is voor haar de basis. “Dan ben je altijd bereid om te sterven.”

'Geloof is interessant. Ik zie het als een levensstijl'

Hanna is de eerste van de vier die belijdenis heeft gedaan, toen ze 17 was. Die leeftijd wierp hier en daar wel wat vragen op: ga je nu al belijdenis doen, ben je niet te jong? “Dat vond ik best wel lastig, het kwam als een soort oordeel over je heen. Maar het was een overtuigde keuze, een bevestiging tegenover God: U wil ik volgen.”

Robert-Jan is vooral blij met de kerk waartoe hij behoort. “Niet te zwaar, niet te licht” omschrijft hij de ligging. “Ik ben blij met mijn christelijke opvoeding en blij met de kerk. Het is een soort familie voor mij.” Tegelijk ziet hij wel de kerkdienst en catechese aan de ene kant en school, werk en vrije tijd aan de andere kant. “Ik heb buiten de kerk ook niet-christelijke vrienden via de volleybalvereniging. Geloof komt daar niet veel ter sprake, maar soms ook wel.”

To-do list

Jonas: “Vliegen met een helikopter.”

Linde: “Reizen, de Niagara Falls of Israël.”

Robert-Jan: “Drie weken roadtrip in Amerika, met stad en platteland.”

Hanna: “Niks, ik heb weinig te wensen, ben een beetje huisje-boompje-beestje.”

Ten slotte corona

Geen ontkomen aan, ook het onderwerp corona komt nog kort op tafel. Ze hebben alle vier hun bijbaantje wel behouden, maar zien veel leuke dingen in het water vallen. En de anderhalve meter blijft wennen, ook omdat veel ouderen er zich niet aan houden. “Hoe langer het duurt, hoe vervelender het wordt”, meent Robert-Jan. “Je wordt er dankbaarder van”, vult Linde aan. “Eerst dacht je wel eens: ik moet weer naar de kerk. Nu vind je het fijn als het wel mag.”

Dit artikel staat in het magazine StraCKs 2020-2021, een uitgave van het Hoornbeeck College. Bekijk hier het hele magazine