Naar hoornbeeck.nl
Terug naar alle verhalen

Kelly is receptioniste in Amersfoort: “Collega’s lieten me meteen welkom voelen”

Juist omdat Kelly niet in een christelijke omgeving is opgegroeid, vindt ze de warme sfeer op het Hoornbeeck College zo opvallen. Ook de studenten laten blijken dat ze Kelly waarderen – zelfs al is dat op een puberale manier.  

Scroll naar het einde van deze pagina voor de video van Kelly.

Als je binnenloopt bij het Hoornbeeck College in Amersfoort, is de kans groot dat je Kelly van de Bovenkamp-Verkerk (33) treft bij de receptie. Sinds 2021 werkt ze als receptioniste/telefoniste op de hoofdlocatie.  

Pleisters knippen

Kelly neemt de telefoon op en beantwoordt mail, verwelkomt bezoekers en regelt alles rondom de post. Ze bestelt bloemen voor gastsprekers, frankeert pakketjes, wijst mensen de weg in het gebouw en handelt kleine problemen af van studenten. “Een jongen kwam bij mij om een pleister vragen”, vertelt Kelly. “Hij vroeg aan me: ‘Wat doet u nou, de hele dag?’ Ik antwoordde: ‘Pleisters knippen.’ Toen moest hij heel erg lachen.” 

 Geen saaie job dus. Juist het contact met iedereen vindt ze mooi aan haar werk. “Dat maakt het leuker. Als ik alleen voor de telefoon en de mail hier zou zitten, zou ik niet blij worden.” 

Frustraties aan de telefoon

Toch komt ook het telefonisch te woord staan van mensen weleens met uitdagingen. Soms moet ze lastige gesprekken voeren. “Dan belt een ouder die niet tevreden is over een docent. Wat moet ik daar inhoudelijk mee? Soms verwacht een ouder dat ik meteen die docent uit de klas ga halen om naar de telefoon te komen. Dat kan natuurlijk niet. Het is ook meer dat ouders dan hun frustratie kwijt moeten. Ik probeer het altijd uit te leggen op een rustige toon. Maar als ze onredelijk worden, dan zeg ik: ‘Ik ga het gesprek nu beëindigen.’ Dan is het makkelijk dat de telefoon ertussen zit.”

Christelijke omgeving

Hiervoor heeft Kelly bijna twaalf jaar als assistente in een tandartspraktijk gewerkt. Dat bevalt ook goed – vooral het kletsen met patiënten – maar daar vindt ze het jammer dat haar collega’s niet christelijk zijn. “Er was niet heel veel ruimte om te bidden voor het eten, maar ik deed het wel. Het is best lastig om een ander geluid te laten horen in een seculiere omgeving. De collega’s gingen anders met elkaar om dan hier op het Hoornbeeck. Daar werd meer geroddeld, er was minder begrip voor de ander. Dat zal hier misschien ook wel zo zijn, maar ik heb het niet meegemaakt.”

‘Collega’s lieten me meteen welkom voelen’
Receptioniste Kelly van de Bovenkamp

Kelly heeft oorspronkelijk geen christelijke achtergrond. Ze kwam tot geloof nadat ze haar vriend – inmiddels haar man – leerde kennen. “Toen ik bij de tandartspraktijk werkte, waren mijn werk en gezin twee verschillende werelden. Nu op het Hoornbeeck College vloeit dat in elkaar over. Dat is best bijzonder. De weekopeningen en -sluitingen vind ik heel fijn. Collega’s waren heel vriendelijk en lieten me heel welkom voelen.”

 “Toen ik begon, zei onze P&O-adviseur dat het voor hem voelde als ‘een warm bad’ – en hij had gelijk. Ik heb geen moment spijt gehad dat ik ben geswitcht. Het is een hele grote organisatie met meerdere locaties. Maar ik voel me geen nummer. Als je iemand nodig hebt, zijn de lijnen altijd kort. En de locatiedirecteur is heel betrokken, hij stuurt iedereen een persoonlijk verjaardagskaartje.” 

Vast op het toilet

Kelly vindt het ook leuk om met studenten om te gaan. “Ze hebben echt de puberleeftijd. Je moet vaak een beetje aanvoelen hoe hun pet staat die dag. En je moet duidelijk zijn. Soms vragen ze of ik hun rooster wil opzoeken, maar dat is niet de bedoeling. Dan kijken ze me echt zo aan. Ik wil ze best helpen, maar op een gegeven moment moeten ze het zelf doen.”  

‘Studenten wilden me te grazen nemen. Ik kon er wel om lachen”
Receptioniste Kelly van de Bovenkamp

Ook zoeken ze weleens de grens op bij Kelly. “Toen ik er nog niet heel lang werkte, werd ik anoniem gebeld door een paar jongens. ‘Ja, ik zit hier vast op de wc’. Ik dacht: vast op de wc? Straks is dat echt zo. ‘Waar zit je dan?’ vroeg ik. Ik hoorde gelach op de achtergrond. ‘Ergens boven, in een toilet.’ Ik zei: ‘Weet je, ik zal de conciërges vragen om te komen kijken.’ Dus ik stuurde de conciërges eropaf. Dat vonden ze jammer natuurlijk, ze hadden gehoopt dat ik ernaartoe was gekomen. Ze dachten: we zullen haar te grazen nemen. Ik kon er wel om lachen.”